Aan de hand van het leven van twee broers beschrijft de grote romancyclus De Thibaults van Nobelprijswinnaar Roger Martin du Gard de sociale en morele ontwikkeling van de Franse bourgeoisie tijdens de belle époque, de periode in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog.
De broers Antoine en Jacques groeien op in Parijs in de roerige jaren na de eeuwwisseling, in een katholiek bourgeoisgezin met een dominante vader, Oscar Thibault. Antoine, de oudste, is een bevlogen arts en wetenschapper die opgaat in zijn werk en een keurig uitgestippelde weg lijkt te volgen. Zijn jongere broer Jacques is rebels en opvliegend en droomt ervan schrijver te worden. Op school wisselt hij in het geheim zielenroerselen uit met zijn beste vriend Daniel in ‘Het grijze schrift’. Wanneer dit wordt onderschept, wacht Jacques een verbeteringsgesticht.
Jaren later probeert Antoine Jacques, die lange tijd onvindbaar was en dood werd gewaand, over te halen naar Parijs terug te keren. Hun vader ligt op sterven. Na de begrafenis – Antoine heeft de doodsstrijd bekort met een injectie – worden in de bureaula van hun vader papieren ontdekt waaruit blijkt dat hij jarenlang een onvermoed verborgen leven heeft geleid.
‘In de pers
Een pageturner met grote psychologische diepgang. Sublieme vertaling door Anneke Alderlieste.’ *****NRC
‘De Thibaults zijn prettig modern.’ ****de Volkskrant
‘De Thibaults is een goedgevulde grabbelton, waarin een vleugje literatuur en kunst en een snuifje politiek, wetenschap en godsdienst te rapen vallen.’ De Standaard
Roger Martin du Gard (1881-1958) begon in 1920 aan de succesvolle romanreeks De Thibaults. In 1937 ontving hij de Nobelprijs voor de Literatuur. Martin du Gard wijdde de laatste zeventien jaar van zijn leven aan het schrijven van Luitenant-kolonel de Maumort, dat in Frankrijk postuum verscheen. Meulenhoff publiceerde De verdrinking, Luitenant-kolonel de Maumort, Afrikaans geheim, Het oude Frankrijk en in twee delen De Thibaults.