De gedichten in Dagen in huis vertrekken steeds vanuit benaderbare beelden: een hand, een wolk, een raam, een dier. De vanzelfsprekende indrukken die ze oproepen, worden subtiel afgetast, en het meest vanzelfsprekende kenmerk van de poëzie - de metafoor - wordt langzaam heruitgevonden.
Roelof ten Napel (Joure, 1993) is dichter en schrijver. Zijn poëziedebuut,
Het woedeboek (2018), werd genomineerd voor De Grote Poëzieprijs, de C. Buddingh'-prijs en de Poëzie-debuutprijs Aan Zee. Ook zijn tweede bundel
In het vlees (2020) werd lovend ontvangen. Eerder verschenen van zijn hand de romans
Het leven zelf (2017) en
Een zoon van (2020), en in 2015 was hij met
Constellaties laureaat van het C.C.S. Crone-stipendium.