2024
2024
Bij toeval stuit Joris van Casteren op een merkwaardig archief, gevuld met dagboeken van honderden onbekende mensen. Het blijkt vele stemmen te bevatten van ‘gewone’ Nederlanders die onvoorstelbare dingen meemaken. Het dagboek is voor hen een schuilplaats waarin ze zich terugtrekken en vervreemden
van de wereld. Ze hopen op een lezer in de verre toekomst, die hun ongehoorde verhalen verder zal vertellen.
Vijf jaar lang stort Van Casteren zich op de enorme hoeveelheid geschriften. Zo wordt hij meegesleurd in het waanzinnige leven van een mevrouw uit Hoofddorp die overvallen pleegt, en door een homoseksuele storingsmonteur uit Limburg die in spiegelschrift verslag doet van zijn uitspattingen. Hij maakt kennis met
een KLM-purser die in Thailand kunstvoorwerpen steelt, een overspelige vrouw van een VVD-politicus, een kunstenares uit Delden die bij de Jeugdstorm zat, een vrome bouwvakker uit Zwolle die zijn buren begluurt, en talloze anderen.
De mensheid zal nog van mij horen is een overweldigende tour de force, waarin Van Casteren met zijn door verwondering en droge humor gekenmerkte schrijfstijl een ander, nog onbekend licht werpt op de jongste geschiedenis van een razendsnel veranderende maatschappij.