Herfst 1794, de vooravond van de Bataafsche Republiek. Het Franse leger is in aantocht. De godsvruchtige dominee Kist volgt de oplopende spanningen van dag tot dag. Hij ziet de vreugde van de patriotten en de paniek van het corrupte stadsbestuur. Zijn de Fransen vriend of vijand? Hij bidt tot de Almachtige dat Hij ons zal redden. En dan valt de winter in. Bij vijftien graden onder nul marcheren de Fransen over de bevroren rivieren naar het noorden. Een Franse hofdame ontvlucht Utrecht met haar dochter en twee bediendes. Opgejaagd door haar revolutionaire landgenoten maakt ze een barre tocht via Leiden, Amsterdam, Alkmaar en Den Helder naar Zaltbommel en Breda. Sneeuw en ijs trotserend, dwars door de chaos. Een waargebeurd verhaal, voor het eerst verteld. De Franse en de Bataafsche revolutie komen samen in een Hollands winterlandschap.
Met haar bijzonder levendige beschrijving van de bezetting van Zaltbommel en de reis van de Franse gravin door die barre Hollandse winter brengt zij weer een stukje vaderlandse geschiedenis dichterbij. – LEEUWARDER COURANT
Het verhaal van de gravin en dat van de dominee vormen samen een duidelijk beeld van de verwarring, spanning, achterdocht en twijfel die bij een revolutie horen. Dit boek laat zien hoe die revolutie de een mens kan veranderen in opgejaagd wild, terwijl de andere zijn wenkbrauw op-trekt en overgaat tot de orde van de dag. - NRC HANDELSBLAD
Goed geschreven en vooral mooi gecomponeerd. - HISTORISCH NIEUWSBLAD