Elk mens bereikt vroeg of laat zijn bestemming. ‘Want het lot is sterker dan de goden,’ staat te lezen in een gedicht uit deze bundel met de toepasselijke titel ‘Bij toeval verwekt in het eenmalige’. Het eindigt dan ook met een royale huldeblijk: ‘Lang leve al dat voorgeslacht, dat ons zo achteloos heeft voortgebracht’. Dode moeders, kinderen en kleinkinderen, ziekte en lijden, jeugdherinneringen, liefde, dood en verlies, de troost van kunst en poëzie, al die bijwerkingen van het bestaan, in deze poëzie is het er allemaal, kijk maar: ‘het leven, je tikt ertegen, en het barst’.
In Fabrieksinstellingen, de vierde dichtbundel van Kees van Domselaar, gaat het om poëzie die de menselijke lotsbestemming onderzoekt waarbij het gedicht vaak heel precies als nulmeting dienstdoet. Eerder verschenen van hem bij De Arbeiderspers de bundels Postfris (2005), Een vrouw op het zuiden (2009) en De stille fanfare (2019).
Kees van Domselaar (1954) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde, publiceerde in diverse tijdschriften over Nederlandse poëzie en was jarenlang als poëziecriticus verbonden aan het Utrechts Nieuwsblad. Poëzie van hem verscheen in de literaire tijdschriften Tirade en De revisor. Over zijn poëziedebuut, Postfris (2005) schreef Nico de Boer in Awater: ‘Beslist een “postfrisse” belofte.’ Ook verscheen van hem Een vrouw op het zuiden (2009) en De stille fanfare (2019). In 2024 verschijnt de bundel Fabrieksinstellingen.