Description
De 'lerende organisatie' is terug van weggeweest. Steeds meer organisaties proberen er vorm aan te geven. Maar waarom verloopt dat vaak zo moeizaam? En wat is eraan te doen? Organisaties zoeken naar manieren om hun professionals meer ruimte, eigenaarschap en zelfsturing te geven. Opgaven worden steeds meer integraal opgepakt en het samenspel neemt toe. Van professionals wordt verwacht dat ze voorbij hun eigen discipline kijken en in diverse, snel wisselende gezelschappen hun kwaliteiten inbrengen. Menige organisatie kampt daarbij met een opvallende combinatie van uitputting en onderbenutting. Er zijn veel klachten over werkdruk, maar we zien ook professionals die aanzienlijk meer in hun mars hebben dan ze kwijt kunnen in hun werk. Het is geen rare gedachte om dan het lerend vermogen van mensen, teams en de organisatie als geheel te willen versterken. De ontwikkeling naar krachtige professionals, eigenaarschap lager in de organisatie en veelvoudig samenspel los je niet op door je te richten op individuele ontwikkeling. Het leren zit namelijk niet puur in mensen. Het is ook niet de organisatie die leert, zoals de term lerende organisatie onterecht doet vermoeden. Het leren in organisaties speelt zich voor een belangrijk deel af tussen mensen en is daar collectief van aard. In dit boek gaat Manon Ruijters op zoek naar de vraagstukken op individueel, groeps- en organisatieniveau die raken aan leren en ontwikkelen, en die over het hoofd worden gezien in het vormgeven van de lerende organisatie. Wat vragen de ontwikkelingen in organisaties van professionals? Wat is er nodig om veelvoudig samenspel soepel te laten verlopen? En hoe kunnen we vormgeven aan het goed functioneren van de lerende organisatie? In 'Queeste naar goed werk' staan deze vraagstukken centraal. Niet alleen vanuit de wens om met meer rust en compassie te kunnen kijken naar wat er gebeurt in organisaties, maar vooral om nieuwe inzichten te vinden die helpen vorm te geven aan het noodzakelijke leren in verandering.