Iris Sommer schetst in ‘Het vrouwenbrein’ een zo volledig mogelijk beeld hoe en waarom onze hersenen verschillen. Vrouwen hebben niet dezelfde hersenen als mannen. Hun brein is fors kleiner en hun hersenschors telt liefst zeventien procent minder zenuwcellen. Toch doet hun denkvermogen niet onder voor dat van mannen; hoe compenseren zij voor hun kleinere hardware? Er zijn meer verschillen tussen het vrouwen- en mannenbrein. Persoonlijkheid en interesse is (gemiddeld) anders. Vrouwen hebben een ander stresssysteem, andere hormonen en een ander immuunsysteem. Hoe worden die verschillen tussen de seksen veroorzaakt, en wat betekenen ze? Wat gebeurt er wanneer iemand van geslacht verandert? Hoe gaat de maatschappij om met meisjes en jongens, vrouwen en mannen, en wat zou er beter kunnen? Iris Sommer wendt haar neurowetenschappelijke en psychiatrische expertise aan om deze vragen te beantwoorden. ‘Het vrouwenbrein’ laat helder zien wat de samenhang is tussen het neurobiologische en het sociaal-maatschappelijke, en wijst de weg naar een gelijkwaardiger toekomst
‘[Iris Sommer] doet een poging om het mysterie van het vrouwenbrein te ontrafelen, en ze doet dat op kraakheldere wijze.’ – Elle
‘Een verhelderend, educatief boek over de onvermoede succesformule van het kleinere vrouwenbrein.’ – Psychologie Magazine
‘Het vrouwenbrein is een razend interessante en zeer geslaagde poging om de werking van ons vrouwenhoofd beter te begrijpen.’ – JAN
‘Sommer (…) wijst de weg naar een gelijkwaardiger toekomst.’ – Marie Claire
‘Educatief en toegankelijk geschreven. (…) Interessant leesvoer voor vrouwen én mannen.’
Iris Sommer (1970) is als hoogleraar psychiatrie verbonden aan het UMC Groningen. Ze maakt de neurowetenschappen voor een breed publiek toegankelijk.