Die straatjongen uit Rotterdam

Het is zomer, juli 1938. De stoomwolken van de RTM-trams vullen de Rosestraat in de wijk Feijenoord op Rotterdam-Zuid. Henk mag met zijn vader, die zijn grote voorbeeld is, mee naar de werf van Wilton-Fijenoord.
Hij glimt van trots achterop de fiets bij zijn stoere vader. Hoe anders loopt het als zijn vader wordt opgepakt in de oorlog vanwege deelname aan de verzetsbeweging ‘De Geuzen’. Een zware tocht naar de concentratiekampen staat zijn vader te wachten. Henk moet op twaalfjarige leeftijd zijn geliefde vader al missen. Een boeiend verhaal tijdens de oorlog volgt, waar op twee fronten gestreden wordt. Vader Arie strijdt voor overleving in de kampen. Henk moet op jonge leeftijd met het gemis van zijn vader leven en flink bijdragen om het gezin de oorlog door te laten komen.