Mijn Olympisch Stadion

In een Amsterdams leven dat al ruim zeventig jaar in het teken staat van de sport is het Olympisch Stadion voor de 81-jarige Bab Barens een tweede thuis en een bron van onvergetelijke en heroïsche sportgebeurtenissen. Zowel herinneringen aan grote atletische prestaties als aan het alledaagse in en rond het stadion, komen in dit deel 2 aan bod. De bekende bokser en later scheidsrechter Ben Bril die in de oorlog werd verraden door zijn eigen teamgenoot. De olympische ringen die ooit van het stadion zijn gestolen. Johan Cruijff in het Olympisch Stadion als eerste speler van Oranje die uit het veld werd gestuurd. Het zijn voor velen nog onbekende verhalen en zijn een verrijking voor de lezer. Deel 2 onder dezelfde titel als deel 1: Mijn Olympisch Stadion.

Bab Barens werkte jarenlang als sportjournalist, was actief als trainer en coach voor diverse sportploegen en menig topsporter klopte bij hem aan voor conditietraining. Voor Bab Barens speelt het Olympisch Stadion al ruim zeventig jaar een grote rol in zijn leven. Zijn liefde voor het Olympisch Stadion heeft hij aan zijn vader te danken die Bab als zevenjarige in 1949 voor het eerst meenam naar het stadion voor een voetbalwedstrijd van Blauw Wit. Daarna volgden nog ontelbare bezoeken en was hij bij bijna alle belangrijke sportmomenten daar aanwezig. Bab Barens noemt het behoud en de functie van het stadion van grote waarde voor sport, cultuur, historie en architectuur en vooral een prachtige tastbare herinnering aan de in 1928 in Nederland gehouden Olympische Spelen.