Recensie gemaakt voor de facebookgroep Langs Leidse Straten Steeg - Arnold Schalks De ondertitel van de roman “Steeg” is “Kroniek van een zere plek”. De chroniqeur is Arnold Schalks en die zere plek is Leiden, de Kloksteeg om precies te zijn. Schalks laat een aantal bonte, soms haast groteske personages opdraven die zich proberen staande te houden in dat verwarrende tijdsscharnier tussen de 2 wereldoorlogen, ook wel het Interbellum genoemd. Alsof de stroomversnelling waarin de nationale en internationale politiek verzeild raken niet genoeg is, worstelen de personages ook met hun eigen verwarrende levens. Micha Kan, bijvoorbeeld, de bakkerszoon van Kloksteeg 3, die helemaal geen bakker wil worden, maar advocaat. Joop Koutstael, we vinden hem met zijn kapperszaak in Kloksteeg 10, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan en die geobsedeerd is door het haaruitval van zijn vrouw, die alles voor hem is. En op Kloksteeg nummer 12 vinden we student Onno Brooshooft, die in een vernietigende identiteitscrisis terecht komt. Blader je helemaal naar het eind van het boek, dan kom je iets tegen wat je niet zo vaak ziet in een roman: een bronnenlijst. Alsof het een wetenschappelijke studie is. Schalks beschrijft ook aan het eind van het boek een paar personen uit de werkelijkheid van wie de contouren in de fictieve wereld van “Steeg” zijn terug te vinden. Je zou bijvoorbeeld Marinus van der Lubbe kunnen herkennen, maar dan toch anders. Of de student/dichter J.M.W. (Pim) Scheltema - we hebben het hier in de groep al eens over hem gehad - maar in “Steeg” is het toch net ff anders. Zo ook met de fameuze kapper Cees van Valderen, wiens kapperszaak door het onhandig aansteken van een pijp afbrandde. En de bekende bakkerij van de Joodse familie Weijl, oa bekend van de Leidsche Bolussen, van wie alleen de oudste zoon de oorlog overleefde. Steeds een suggestie van realiteit, maar die het uiteindelijk in de roman natuurlijk niet is. Want tussen die ijkpunten uit de werkelijkheid creeert de schrijver een fantastische fictieve wereld en verrassende personages, met elk hun eigen verhaallijn, die verstrengeld raken in en rondom de Kloksteeg. In de wereld van “Steeg” proberen de personages temidden van de persoonlijke en maatschappelijk chaos zich staande te houden met theorieen en verhalen, soms mooi, maar altijd absurd. Deze overlevingsstrategieen zijn dan ook kansloos, de steeg-bewoners raken onvermijdelijk in een dalende spiraalbeweging die eindigt in chaos, verlies en soms zelfs dood. Schalks is een schrijver van het grote gebaar. Niet het schrijven met een kroontjespen. Maar meer het schrijven met hamer en beitel, zo lijkt het wel, de wereld van “Steeg” is uit steen gehouwen, met harde klappen wordt de beitel in het steen gedreven. Soms moet de lezer ff wegduiken om de wegspringende steensplinters te ontwijken, dan vliegt Schalks met zijn bonkige, bombastische taalgebruik ff uit de bocht, maar veel vaker zijn de klappen met de hamer raak en beeldhouwt hij een fraaie wereld, die je als lezer omarmt. Het boek is absoluut een aanrader!