Tijd en oneindigheid is een boek over theoretische fysica geschreven door een filosoof. Het is een zoeken naar de fundamenten van ons universum. Het geeft ons een heel speciale kijk op de werkelijkheid waarbij de zuivere wiskunde als uitgangspunt wordt genomen. De begrippen oneindig en tijd staan centraal. De schrijver gaat ervan uit dat de evolutie geen beginpunt heeft en ook geen eindpunt: ze zal nooit ophouden en ze verandert voortdurend alles wat er bestaat. In het boek worden vragen behandeld als "Hoe is het heelal ontstaan?" "Wat was er voor de oerknal?" "Wat is tijd?" "Wat is de echte betekenis van het begrip oneindig?" "Wat is de vierde ruimtedimensie?" "Tot wat leidt de evolutie ons?" en dergelijke meer... Ondanks de razendsnelle vooruitgang de laatste decennia op wetenschappelijk gebied is de schrijver ervan overtuigd dat we nog maar aan het prille begin staan van de ontrafeling van de werkelijkheid. Het is een boek dat zeker invloed zal hebben op de lezer die veel fundamentele zaken anders zal bekijken na het lezen ervan.