'Een flonkerende bundel van vaak niet meer in omloop zijnde teksten die eens te meer de kracht van zijn schrijverschap onderstrepen en daarmee zowel voor liefhebbers als voor wie zijn werk nog niet kende een inkijk bieden in Brouwers' literaire kwaliteiten. [...] Een schrijver van grote allure. Deze bundel is daar weer een bewijs van.' - Noordhollands Dagblad
'Het meest geniet je van "het Brouwers".'
‘een pijnlijk intieme, ontluisterende én inzichtelijke ervaring’ [waardering vier sterren]
'In 'Alles echt gebeurd' voelt de band met de auteur nog intiemer, zijn gedachtewereld nog prominenter uiteengezet. (…) een schat waar veel mooie taal uit te putten valt.'
‘Alles echt gebeurd is een explosie van zelfexpressie en zelfbeschouwing, zelf-analyse.’
'Boeiend, goed leesbaar.'
‘Binnen het ontzagwekkende oeuvre van Brouwers is Alles echt gebeurd een hoogtepunt; veel van de teksten die in deze verzameling zijn opgenomen behoren tot het allerbeste dat Brouwers heeft geschreven.’ [waardering vijf sterren]
Jeroen Brouwers (1940-2022) brengt zijn kindertijd door in Indië. Na de Japanse invasie belandt hij in het Japanse interneringskamp Tjideng. In 1948 komt Brouwers naar Nederland, waar hij tot zijn zeventiende in katholieke kostscholen verblijft. Na zijn dienstplicht werkt hij enkele jaren in de journalistiek.
In 1964 debuteert hij met de verhalenbundel 'Het mes op de keel'. Voor zijn daaropvolgende roman, 'Joris Ockeloen en het wachten' (1967), ontvangt hij de Vijverbergprijs. Bij het grote publiek wordt hij bekend met 'Bezonken rood' (1981), waarin hij de toestanden in het jappenkamp beschrijft. Deze roman vormt het tweede deel van de autobiografische Indiëtriologie, met als eerste deel 'Het verzonkene' (1979, Multatuliprijs 1980) en 'De zondvloed' (1988, F. Bordewijkprijs 1989) als laatste deel.
Veel van zijn essayistische en polemische werk wordt gebundeld in vier 'Kladboeken', die verschenen in 1979, 1980, 1991 en 1994, en in Brouwers’ eenmansperiodiek 'Feuilletons', waarvan tot op heden negen afleveringen zijn verschenen, met bekende titels als 'Extra Edietzie' (1996) 'De schemer daalt' (2005) en 'Restletsels' (2012). De essaybundel 'Vlaamse leeuwen' (1994) wordt bekroond met de Gouden Uil voor non-fictie.
In 2000 verschijnt 'Geheime kamers', waarvoor Brouwers de Multatuliprijs, de AKO Literatuurprijs en de Gouden Uil ontvangt. In 2007 verscheen de roman 'Datumloze dagen'. In ditzelfde jaar wordt Brouwers onderscheiden met de Prijs der Nederlandse Letteren voor zijn gehele oeuvre. In 'Hamerstukken' (2010) is het polemisch werk van Brouwers verzameld. In 2011 verscheen zijn bejubelde roman 'Bittere bloemen'. Aan 'Het hout' (2014), de eerste Nederlandse roman over jeugdmisbruik in de katholieke kerk, werd de ECI Literatuurprijs toegekend.
In 2017 verscheen 'De laatste deur', een literaire geschiedenis van zelfmoord, in een nieuwe, ingrijpend herziene en geactualiseerde editie. Hierbij hoort het 'Supplement', waarin zijn opgenomen 'De zwarte zon', 'De versierde dood' in een herziene en geactualiseerde editie en ‘Verspreide opstellen’.
In 2018 werd aan Brouwers door de Radboud Universiteit Nijmegen een eredoctoraat toegekend.
Zijn roman 'Cliënt E. Busken' won de Libris Literatuur Prijs 2021. Ter ere van zijn tachtigste verjaardag verscheen op 30 april 2020 de brievenbundel 'Aan een karakter'.
Postuum verscheen Brouwers' autobiografische bundel 'Alles echt gebeurd'.
Jeroen Brouwers is op 11 mei 2022 op 82-jarige leeftijd overleden.