Description
Op 5 september 1786 stuurde stadhouder Willem V van Oranje-Nassau achthonderd man troepen naar de opstandige stadjes Hattem en Elburg. De inwoners waren in verzet gekomen tegen de in hun ogen tirannieke macht van Willem V en diens aanhangers. De gebeurtenissen in Gelderland vormden de opmaat tot de burgeroorlog die in mei 1787 in alle hevigheid in de provincie Utrecht losbarstte en vier maanden later zijn dieptepunt bereikte toen een Pruisische interventiemacht van 20.000 man de Republiek binnentrok en Holland bezette. Het gangbare beeld van de Nederlandse Burgeroorlog is er een van een schertsvertoning. De patriotten zouden goed zijn geweest in het spelen van soldaatje, maar geen benul hebben gehad van het echte oorlog voeren, en de rol van de Nederlandse beroepssoldaat in het binnenlandse conflict wordt gemarginaliseerd tot die van toeschouwer. Het doel van dit boek is om dit beeld te corrigeren en daardoor een nieuwe impuls te geven aan het debat over het erfstadhouderschap van Willem V, de patriottenbeweging en de rol die het leger heeft gespeeld in de binnenlandse politieke verhoudingen tussen 1748 en 1815. Dit is nodig omdat anders de werkelijke aard, betekenis en draagwijdte van de Burgeroorlog voor onze geschiedenis in nevelen gehuld blijven. Olaf van Nimwegen (1967) is tweevoudig winnaar van de Schouwenburgprijs voor militair-historische studies. Als geaffilieerd onderzoeker is hij verbonden aan het Onderzoekinstituut voor Geschiedenis en Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht. Hij schreef onder andere Deser landen crijchsvolck. Het Staatse leger en de militaire revoluties 1588-1688 (2006) en Te vuur en te zwaard. De militaire ontwikkeling van Europa, 1315-1914 (2015).