In Volgend jaar in Teheran verweeft Marja Vuijsje reisverslag, geschiedschrijving en persoonlijke bespiegeling. Al jaren reist ze naar Iran, waar ze gefascineerd raakt door de dertiende-eeuwse dichter Saadi. Haar Iraanse vrienden citeren graag zijn beroemde gedicht ‘Bani adam’, dat ons wijst op de eenheid van alle mensen. Hun kinderen halen soms cynisch de schouders op bij het gemoraliseer van de oude dichter. Reizend door het mooie en complexe land is het bewogen verleden van Vuijsjes familie, dat we kennen uit het alom geprezen Ons kamp, nooit ver weg. Invoelend, met milde zelfspot en precisie verweeft ze grote en kleine levenslijnen die in botsing komen, langs elkaar heen scheren of elkaar raken: de jongere en oudere generaties, Iran en Israël, islam en jodendom, identiteitsmythen, en de geschiedenis, die altijd aanwezig is in het heden.
Marja Vuijsje (1955) is schrijver van een klein en bejubeld oeuvre. Haar biografie van Joke Smit werd genomineerd voor de Libris Geschiedenis Prijs en de Erik Hazelhoff Biografieprijs en stond op de tiplijst van de AKO Literatuurprijs. Haar boek Ons kamp stond op de longlist van de Libris Geschiedenis Prijs en werd genomineerd voor de Gouden Boekenuil. In 2015 verscheen Het rijbewijs van Nematollah. Een migratiegeschiedenis, dat werd genomineerd voor de E. du Perronprijs, en in 2018 Oude dozen. Een min of meer feministische leesgeschiedenis. In 2019 verscheen De kleine De Beauvoir. Haar baanbrekende De Tweede Sekse samengevat.