Resultaten voor 'michiel van kempen'

Verken de wereld van Michiel van Kempen. Ontdek bestsellers, nieuwe releases en klassiekers. Lees recensies en koop direct online bij Donner. Blijf op de hoogte van nieuwe uitgaven en exclusieve aanbiedingen. Laat je inspireren door de verhalen van Michiel van Kempen!

19 resultaten
  1. Zwarte pracht
    1. Michiel van Kempen

    Zwarte pracht

    Cultuur uit de voormalige Nederlandse koloniën

    Aan de hand van schilderijen, tekeningen en voorwerpen verklaart Michiel van Kempen in Zwarte pracht allerlei zaken uit de cultuur van die koloniën. Natuurlijk gaat het over kolonialisme (wat lag er in de wijnkelder van een slavenhouder?) en slavernij (hoe zit het met zo’n voetboei?). Maar het gaat ook over contractarbeid, over verzet en dekolonisatie, over muziek, erotiek, christendom en animisme, voedsel, mode en haardracht. Er wordt verteld over India, Nederlands-Indië, Guyana, Dominica, Mauritius, maar het accent ligt op Suriname en de zes eilanden van Caraïbisch Nederland. Van Kempen vertelt op een aanstekelijke en persoonlijke manier, want hij heeft praktisch alle groten van de Caraïbische literatuur en beeldende kunst zelf gekend. De tragiek van de koloniale gebieden zit in deze beelden en teksten, maar ook de geestkracht en de humor van al die mensen in hun kleurrijke verscheidenheid.

    € 45,00
  2. Album van de Caraïbische Poezie
    1. Michiel van Kempen
    2. Bert Paasman
    3. Noraly Beyer

    Album van de Caraïbische Poezie

    De trans-Atlantische relatie tussen Suriname, de Antillen en Nederland is meer dan vier eeuwen oud en beide zijden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden geraakt door het slavernijverleden, migratie en culturele uitwisseling. Een complexe relatie die nergens zo goed wordt weerspiegeld als in de literatuur, en dan in het bijzonder de poëzie. Album van de Caraïbische poëzie is een bloemlezing uit ‘de voormalige Nederlandse West’: Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, St. Maarten, St.-Eustatius en Suriname. In twaalf hoofdstukken wordt de lezer langs de rijkdom en de veelkleurigheid van de Caraïbische poëzie geleid. De samenstellers kozen een toegankelijke selectie van gedichten, versjes en liedjes, van de vroegste matrozenliedjes tot de jongste teksten van rappers. Met o.a. werk van Eddy Bruma, Max Woiski, Frank Martinus Arion, Trefossa, Michaël Slory, Aletta Beaujon, Albert Helman, Edgar Cairo, Pierre Lauffer, Tip Marugg, Rudy Plaate, Bea Vianen, Jit Narain, Hans Faverey, Jeangu Macrooy, Antoine de Kom, Elis Juliana, Shrinivási, Radna Fabias, Alfred Schaffer en Typhoon. Een selectie gedichten is tevens online te beluisteren, voorgelezen door Felix Burleson, Magda Lacroes-Felesita en Rabin Baldewsingh.

    € 34,99
  3. Dat wij zongen
    1. Julien Ignacio
    2. Raoul de Jong
    3. Michiel van Kempen

    Dat wij zongen

    Twintig Caraïbische schrijvers om nooit te vergeten

    Caraïbische schrijvers zijn in het verleden op verschillende manieren onzichtbaar gemaakt. Ze zijn doodgezwegen, gecensureerd, of op aparte 'Suriname-', 'Antillen-' of 'Zuid-Amerika'-plankjes gezet. Hoogste tijd om daar wat aan te doen, want er is zoveel moois, belangrijks en prikkelends om te (her)ontdekken en te koesteren. In samenwerking met Werkgroep Caraïbische Letteren brengt Das Mag een belangwekkende bloemlezing uit. Twintig vooraanstaande schrijvers van nu breken een lans voor een Caraïbische auteur van toen die hen persoonlijk heeft geïnspireerd: van Bernardo Ashetu tot Bea Vianen. Een collectie vurige essays over en prikkelende fragmenten uit het werk van twintig schrijvers die je nooit meer zult vergeten. Met bijdragen van: Roberta Petzoldt, Ken Mangroelal, Astrid H. Roemer, Daphne Huisden, Gershwin Bonevacia, Tommy Wieringa, Antoine de Kom, Eric de Brabander, Ruth San A Jong, Tessa Leuwsha, Alfred Schaffer, Chris Polanen, Michael Tedja, J.Z. Herrenberg, Rihana Jamaludin, Marian Markelo, Milouska Meulens, Dean Bowen, Karin Amatmoekrim, Shantie Singh en Sanneke van Hassel. Julien Ignacio (1969) publiceerde theaterteksten, korte verhalen en de debuutroman Kus (2018), die voor de Bronzen Uil werd genomineerd. Zijn tweede roman Goudjakhals verschijnt begin 2023 bij Van Oorschot. Raoul de Jong (1984) is schrijver. Zijn boek Jaguarman (2020) werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs, de European Union Prize for Literature, de Boekenbon Literatuurprijs en de Boon. Michiel van Kempen (1957) is hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam.

    € 15,00
  4. Wij slaven van Suriname – Anton de Kom
    1. Henna Goudzand Nahar
    2. Michiel van Kempen

    Wij slaven van Suriname – Anton de Kom

    'Wij slaven van Suriname' van Anton de Kom is pas in 2020 opgenomen in de Nederlandse Canon, maar was al lang canoniek. Het is de eerste tekst over het kolonialisme van Nederland in Suriname en de Nederlands-Caraïbische eilanden. Voor Surinamers is het boek een klassieker. De Kom richtte zich met zijn boek echter ook tot Nederlanders. Net als Multatuli, die met zijn Max Havelaar grote invloed had, wilde ook De Kom bij de koloniale heersers iets teweegbrengen met zijn boek. 'Wij slaven van Suriname' is een wonderlijke tekst: deels een woedende aanklacht, deels een spannende geschiedenis die leest als een roman. Het is een gloedvol betoog over hoe Nederland Suriname eeuwenlang uitbuitte en verwaarloosde, van 1667 tot aan 1934, het jaar waarin De Koms meesterwerk verscheen. Wij slaven van Suriname is een onmisbaar werk voor het onderwijs, met thema’s als kolonialisme, racisme, ongelijkheid, geweld en wat dat betekent voor de culturele identiteit. "De Tekst in context-uitgave van Wij slaven in Suriname is een knappe prestatie. In 125 fraai geïllustreerde en aantrekkelijk opgemaakte bladzijden slagen Henna Goudzand Nahar en Michiel van Kempen erin leerlingen en docenten een authentieke leeservaring te bieden en over de achtergronden van de roman, de receptie en de Surinaams-Nederlandse geschiedenis te informeren. Een verklarende woordenlijst ondersteunt de lectuur. Middels vragen en opdrachten die achterin de uitgave zijn opgenomen kunnen de leerlingen het gelezene verwerken en verder nadenken over de achtergronden en de betekenis van het boek. Voor wie zo geïnteresseerd is geraakt in de schrijver Anton de Kom, slavernijliteratuur, de geschiedenis van de creolen en de marrons of de discussie over woorden als ‘zwart’, ‘slaaf’ en ‘tot slaaf gemaakte’ dat zij verder wil lezen is er een uitgebreide bronnenlijst opgenomen. Een must read voor elke docent Nederlands en geschiedenis die een lessenserie over het eerste Surinaams-Nederlandse antislavernijboek vanuit zwart perspectief wil voorbereiden en een uitstekende bron voor een leerling die een essay of profielwerkstuk over Wij slaven van Suriname wil schrijven." – Marie-José Klaver op Tzum

    € 20,99
  5. Loslaten zullen ze nooit meer
    1. Marius Atmoredjo

    Loslaten zullen ze nooit meer

    De gedichten in Loslaten zullen ze nooit meer zijn geïnspireerd door de verhalen van zes generaties Javanen in diaspora. Die verhalen beginnen bij de tewerkstelling van de overgrootmoeder van de dichter, wanneer zij als contractarbeider vanuit Java in Suriname aankomt en gaan daarna over haar kinderen en kindskinderen die in Suriname en Nederland wonen. De moeder van de dichter, Marie Atmoredjo, vertelde haar kinderen die verhalen in de avonduren voor het slapen gaan. Zij hebben in sterke mate de verbeeldingskracht van de dichter gevormd. De kunstenaar Robert Bosari voorzag elk van de twintig gedichten gedicht van een fraaie tekening in zwart-wit. Wij kenden elkaars wortels en meer dan dat de betekenis van de kleine witte bloem die zij zo lang draagt in een knop, melati Marius Atmoredjo, geboren in 1959 in Lelydorp, Suriname, woont vanaf 1980 in Nederland. Hij heeft zich jarenlang ingezet als vrijwilliger in het sociaal-culturele werk ten behoeve van de Surinaams-Javaanse gemeenschap in Nederland. En in de loop van de jaren dienden zich de gedichten aan die hier zijn samengebracht, indringende poëzie met vaak verrassende beelden. Deze debuutbundel is een welkome bijdrage aan het tot op heden bescheiden corpus van de Surinaams-Javaanse literatuur.

    € 17,50
  6. Pionier en Rebel
    1. Michiel van Kempen

    Pionier en Rebel

    Het leven van Albert Helman (1903-1996)

    Albert Helman (1903–1996) is wel eens “de grootste Surinamer van de 20ste eeuw” genoemd. Hij was de schrijver van een groot en veelzijdig literair oeuvre, met prachtige boeken als de eerste slavernijroman ‘De stille plantage’ of het bejubelde reisverslag ‘Het eind van de kaart’. Maar hij componeerde ook de muziek bij de eerste geluidsfilm, hij publiceerde taalkundige en historische studies, hij was minister en zetelde bij de Verenigde Naties. Hij was daar waar het ertoe deed in de 20ste eeuw: in de strijd tegen Franco in Spanje, bij de Mexicaanse revolutie, in het verzet tegen nazi-Duitsland, bij de pogingen om Suriname onder het militaire regime uit te krijgen. Tal van de groten der aarde passeerden zijn pad, van George Orwell tot Frida Kahlo. «Het leven van Helman leest als een fascinerende trip door de 20ste eeuw.» – Arjen Fortuin in NRC, vier sterren «Een boeiende biografie, resultaat van jarenlang onderzoek.» – Tessa Leuwsha in de Ware Tijd Michiel van Kempen (1957) is dichter en auteur van onder meer romans, verhalenbundels en essays. Hij ontving in 2004 voor zijn werk op het gebied van de Surinamistiek de ANV Visser Neerlandia Prijs. Sinds 2006 is hij bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische literatuur aan de Universiteit van Amsterdam.

    € 24,50
  7. Een mensenkind in niemandsland
    1. Jit Narain

    Een mensenkind in niemandsland

    Een mensenkind in niemandsland is een door Michiel van Kempen en Effendi Ketwaru samengestelde bloemlezing uit de tien bundels die van Jit Narain vanaf 1977 tot en met 2019 zijn verschenen. Zoals de meeste Surinaamse dichters heeft Jit Narain al zijn dichtbundels zelf laten drukken en alleen in kleine kring verspreid. Pas in 2018 heeft Uitgeverij In de Knipscheer een van zijn bundels in Nederland op de markt gebracht (‘Waar ben je daar / Báte huwán tu kahán’). Jit Narain dicht, net als veel andere dichters uit veeltalenland Suriname, in twee talen. Bij hem zijn dat Sarnámi en Nederlands. Veel van zijn Sarnámi poëzie is door hem zelf in het Nederlands vertaald en andersom. Voor de dichter Jit Narain is zijn eerste taal Sarnámi bovenal de taal die de geschiedenis van de contractanten en hun nakomelingen belichaamt. De bijzondere betekenis die Sarnámi voor hem heeft, maakt dat zijn gedichten in deze taal niet zomaar de persoonlijke uitdrukking van gedachten en gevoelens zijn; hij wil iets voor die taal doen. Hij wil Sarnámi – in zijn eigen woorden – ‘voornaam, klassiek maken’ en daarmee eer bewijzen aan de generaties die deze taal gevormd hebben. Een terugkerend woord is lied, in de ruime betekenis: al wat mij aan taal en cultuur (verhalen, liederen, feesten, rituelen, waarden, levenshouding) is doorgegeven. In Agni ke yád zegt de ik tot Ájá, zijn grootvader: ‘in het zingen van jouw lied ben ik tekort geschoten.’ Het is een van de sleutelzinnen van dit boek en van zijn oeuvre als geheel. Iets prils, iets moois, iets teers, iets van onnoembare waarde kan niet blijven bestaan, het gaat stuk. Dit motief bindt veel van Jit Narains poëzie tot een eenheid. Dat wat stukgaat is (bijna) onstoffelijk. Poëzie kan het gebrokene niet helen, maar wel de herinnering eraan bewaren en het verlangen ernaar verwoorden. Jit Narain is als Djietnarainsingh Baldewsing geboren op 7 augustus 1948 te Livorno, een plaats in het toenmalige district Suriname (nu district Wanica) bezuiden Paramaribo. Hij groeide op binnen een homogeen Hindostaanse cultuur. Als moedertaal sprak hij het Sarnámi, de taal van de Surinaamse Hindostanen. Na zijn Algemene Middelbare School in Paramaribo in 1969 studeerde hij medicijnen en culturele antropologie in Leiden om in 1978 als arts en in 1979 als huisarts af te studeren. Narain ging in december 1991 terug naar Suriname. Hij opende in het district Saramacca een polikliniek en bouwde achter zijn huis een cultureel centrum met bibliotheek, zwembad en mediavoorzieningen voor de districtsbewoners. Hij legde zich ook toe – in de traditie van zijn ouders en voorouders – op de landbouw. Voor zijn dichtwerk en voor zijn verdiensten voor de emancipatie van het Sarnámi werden hem tal van literaire prijzen toegekend. Anno 2021 is Jit Narain nog altijd huisarts en landbouwer en woonachtig in de plaats Uitkijk in Suriname.

    € 19,50
  8. Het eiland en andere gedichten
    1. Michiel van Kempen

    Het eiland en andere gedichten

    Sprankelend als de Caribische wereld waarvan Michiel van Kempen de kenner is, opent Het eiland en andere gedichten met het titelgedicht. Een waaier van impressies schetst Aruba en haar bewoners. Makamba’s, vissers, vrouwen, troepialen, ezels en zelfs spotlijsters spelen een rol. Vervolgens komen meer ‘eilanden’ aan bod in de bundel. Ieder bezoek aan Bonaire of Suriname roept nieuwe gedachten op, zowel over de wonden die de koloniale geschiedenis sloeg als over de rol van de dichter aldaar. De strofen die ontstaan gaan diep, zoals in het gedicht Ver. Want wat in sprakeloze ogen peillood diep kan zijn schiet naar boven en dobbert op die zee die woelig is en blijft en voeden kan, maar ook verraderlijk glad voor wie de tekens niet verstaat en wentelt naar zijn graf. In Genen en Verzoeke geen rouwbeklag wordt afscheid genomen van ouders, dichters en schrijvers. Het zijn uiterst persoonlijke, zeer goed ingeleefde afscheidsgedichten, waarbij de stijl van het gedicht aansluit op die van ontvallen auteurs als Shrinivási, Bhai, Michaël Slory en Bea Vianen. Diversiteit levert dat op, zoals we die in de hele bundel tegenkomen. De autobiografische elementen, de gekozen versvorm en thematiek, toon en kleur, weten steevast de lezer te verrassen. Efemeer als de liefde blijkt het leven, ideaal materiaal voor de dichter. Het zijn dankbare onderwerpen in handen van Michiel van Kempen die met Het eiland en andere gedichten zijn vorige dichtbundel Wat geen teken is maar leeft weet te overtreffen. Langzaam begon ik te begrijpen dat het zwijgen tussen de letters ook betekenis heeft. Poëzie uit zijn dichtersdebuut Wat geen teken is maar leeft werd opgenomen in de bloemlezing De 100 beste gedichten voor de VSB Poëzieprijs 2014. Over deze bundel schreef Wilbert Voets in de Poëziekrant: «De nihiliserende verloren liefde, schrijnende herhaling van de teloorgang van de ‘onvoorschadelijke beschutting’, en het tastend schikken in het echec. Het is niet voor het eerst dat dit thema bewerkt wordt. Michiel van Kempen destilleert met het talent van zijn pen zijn eigen medicinale elixir uit deze literaire oerbron. Hij voert bepaald geen homeopathische apotheek. Wij prijzen ons gelukkig een hartversterkende teug mee te mogen drinken.» Michiel van Kempen (1957) is docent Nederlands en bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische literatuur aan de Universiteit van Amsterdam. Hij ontving voor zijn werk onder meer de ANV Visser Neerlandia Prijs en werd zowel door Suriname als door Nederland geridderd. Als schrijver van fictie heeft hij diverse romans en verhalenbundels op zijn naam staan.

    € 18,50
  9. Het andere postkoloniale oog

    Het andere postkoloniale oog

    Onbekende kanten van Nederlandse (post)koloniale culturen

    De Nederlandse (post)koloniale cultuur en literatuur zit vol verrassingen. Wat onbelicht was, wordt in deze veelzijdige bundel uitgelicht en wat misschien wel bekend leek, krijgt een totaal nieuwe belichting. De 24 bijdragen beslaan maar liefst vier eeuwen en hebben betrekking op alle streken waarmee Nederland ooit een koloniale band had: Nederlands-Indië, het Caraïbisch gebied en Zuid-Afrika. Maar het gaat natuurlijk ook over de cultuur die migranten meebrachten naar en creëerden in het nieuwe Nederland. Matrozenliedjes en kookboeken passeren de revue, de dansen uit de slaventijd, de teloorgang van de Surinaams-Javaanse gamelan en de twintigste-eeuwse bemiddelaars van ‘zwarte kunst’. De Indische njai schuift voorbij en een melancholische Sjahrir. Het werk van vele schrijvers wordt tegen het licht gehouden, onder meer van Albert Helman, Geert Mak, Astrid Roemer, Anil Ramdas en de allerjongste Caraïbische generatie.

    € 32,00
  10. De stille plantage
    1. Henna Goudzand Nahar
    2. Michiel van Kempen

    De stille plantage

    Albert Helman

    Het duurde lang voordat de slavernij in de Nederlandse koloniën het onderwerp van een roman werd. Pas 68 jaar na de afschaffing van de slavernij was het zover: in 1931 verscheen 'De stille plantage' van de Surinaamse schrijver Albert Helman. Helman koos voor een historisch decor voor zijn verhaal. Een Franse familie aan het einde van de 17de eeuw vestigt zich op een Surinaamse plantage. Vol van religieuze en optimistische idealen zien de familieleden hun dromen over een nieuwe samenleving stuklopen op een realiteit van ziekte, mislukte oogsten en geweld. Toen de roman verscheen, speelde de slavernij geen rol in de Nederlandse literatuur. Multatuli had met zijn Max Havelaar (1860) wel de uitbuiting van de kleine Javaanse landbouwers aan de orde gesteld, maar het koloniale stelsel op zich verwierp hij niet. Schrijvers uit de toenmalige overzeese gebiedsdelen Suriname en de Nederlandse Antillen waren er binnen de Nederlandse letteren überhaupt nog niet. Dit deel in de reeks Tekst in Context belicht op verfrissende wijze de context van dit belangrijke en succesvolle boek. In 'De stille plantage' komen tal van kwesties aan de orde die nu weer actueel zijn.

    € 20,99
  11. Shifting the Compass

    Shifting the Compass

    Pluricontinental Connections in Dutch Colonial and Postcolonial Literature

    While the inclusion of a hybrid perspective to highlight local dynamics has become increasingly common in the analysis of both colonial and postcolonial literature, the dominant intercontinental connection in the analysis of this literature has remained with the (former) motherland.

    € 62,50
  12. Alsof men alles loslaat
    1. Michael Slory

    Alsof men alles loslaat

    Er zijn maar weinig dichters voor wie leven, werkelijkheid en taal zo'n naadloos continuüm vormen als Michaël Slory. Al wat de in 1935 in het Surinaamse district Coronie geboren dichter meemaakt, ziet, voelt, ruikt, leest of bedenkt zet zich om in poëtische taal. Het heeft geen zin een opsomming te geven van wat Slory kan inspireren: het kan alles zijn, van een palmboom tot een vuilniston. En elk nieuw gedicht is een geboortemoment, een aftasten van wat de vorm wil prijsgeven. Dat kan in elke traditionele versvorm zijn - haiku, kwatrijn, sonnet en ga zo maar door - of in elke vrije vorm. En het kan zijn in het Nederlands, in Slory's moedertaal het Sranantongo, in het Spaans waarmee hij in de jaren '80 van de 20ste eeuw begon te experimenteren of in het Engels dat hij na 2000 beproefde als poëzietaal. Proza schreef hij maar heel weinig: sinds hij in 1987 medewerker werd van het Surinaamse dagblad de Ware Tijd heeft hij een aantal korte prozaschetsen aan de krant bijgedragen. Daaruit is in Alsof men alles loslaat een kleine selectie opgenomen. Op vijf na werd geen van de bijna 50 gedichten in deze bundel eerder gepubliceerd. De eerste versies van de gedichten werden geschreven tussen ongeveer 1986 en 2016; zo goed als alle gedichten werden later door Slory herzien, bijgeschaafd of soms grondig omgewerkt. Geen enkele dichter is zo'n conservator van de enorm uitgebreide taalschat van het Sranantongo als Michaël Slory. Een tiental gedichten geschreven in het Sranantongo werd door Michiel van Kempen in samenwerking met Ed Hart vertaald naar het Nederlands en is vóór publicatie ter autorisatie voorgelegd aan de dichter. Alsof men alles loslaat is na Ik zal zingen om de zon te laten opkomen (1991) en Torent een man hoog met zijn poëzie (2012) de derde bloemlezing uit het werk van Michaël Slory die bij Uitgeverij In de Knipscheer verschijnt.

    € 17,50