Jaco Berveling presenteert deze middag zijn nieuwe boek 'De man met de ijzeren schedel - de overlevingskunst van vijf Nederlandse wondermensen'.
Al zappend kun je zomaar in een tv-programma belanden over ‘afwijkende’ mensen. Ze treden op in Got Talent-shows, in documentaires en tv-series: reuzen, dwergen, extreem dikke mensen (die begeleiding krijgen om af te vallen), van onder tot boven getatoeëerde mannen en vrouwen en types met bijzondere acts, zoals slangenmensen, degenslikkers en alleseters. We kijken gefascineerd toe, maar waarom?
In De man met de ijzeren schedel laat auteur Jaco Berveling zien dat deze fascinatie van alle tijden is. Ook honderd jaar geleden konden mensen hun ogen niet van ‘wondermensen’ afhouden. Je kon ze op de kermis bekijken, in het circus, het theater of een panopticum.
Bij ‘freaks’ – een term die vóór 1899 algemeen geaccepteerd was – denken we al gauw aan buitenlandse artiesten, zoals de beroemde Amerikaanse dwerg Tom Thumb (1842-1883). Maar er waren toen ook Nederlanders die met hun afwijking een soms stevige boterham verdienden. Zoals de reus Jan van Albert die met zijn 2,42 meter boven iedereen uitstak, en de Amsterdammer Willem (Billy) Wells die beweerde over een ongewoon dikke schedel te beschikken en bijna twintig jaar lang, vrijwel iedere dag, brokken hardsteen met het formaat van een verhuisdoos op zijn hoofd in stukken liet slaan.
In dit rijk geïllustreerde boek maakt u kennis met vijf buitengewone Nederlanders en hun overlevingskunst, en verklaart de auteur onze blijvende fascinatie voor ‘wondermensen’.
Programma boekpresentatie
De reus van Rotterdam
Een van de hoofdpersonen in De man met de ijzeren schedel is de Amsterdamse reus Albert Johan Kramer (1897-1976), beter bekend onder zijn artiestennaam ‘Jan van Albert’ of ‘Lofty’. Hij was met zijn 2,42 m net iets langer dan de Rotterdamse reus Rigardus (Rijn) Rijnhout (1922-1959). Beide mannen probeerden (noodgedwongen) met hun ongewone lengte een boterham te verdienen. Jan van Albert reisde de wereld over, verdiende met zijn optredens een klein fortuin en kreeg overal lovende recensies. Rijnhout bleef in Nederland en leidde vergeleken met de Amsterdamse reus een tobberig bestaan. Toch is de Amsterdamse reus totaal vergeten, terwijl Rijn is geëerd met een straatnaam, een prachtig lied door de Amazing Stroopwafels en een standbeeld in het Oude Westen.
Op 7 mei duiken we met de Rotterdamse reuzen-expert Wouter de Herder (hoogleraar Endocriene Oncologie verbonden aan het Erasmus MC Rotterdam) in de geschiedenis van beide reuzen. We kijken naar de oorzaak van hun lengte en de verschillen en overeenkomsten tussen Kramer en Rijnhout. Tijdens de presentatie en het interview zal zelden vertoond materiaal over de twee reuzen te zien zijn.
Wouter de Herder wordt geïnterviewd door de Rotterdamse blogger, recensent en interviewer Alek Dabrowski, bekend van zijn werk voor bibliotheken, literaire festivals en het poëzietijdschrift Awater.
De auteur Jaco Berveling (1957) is socioloog en wetenschapsjournalist. Eerder publiceerde hij over verzamelwoede (Hebben is houden) en hoe we ons laten leiden door eerste indrukken (Op het tweede gezicht).