Al vele jaren heeft Marcel Möring maandelijks een literair programma bij Donner. Twintig jaar geleden was het zijn idee om - toen onder de naam ‘Maison Möring’ - iets dergelijks bij Donner op te zetten. Na een paar jaar nam Pieter Steinz het stokje over en later volgde Wim Brands. Sinds 2016 is Marcel weer maandelijks in de winkel om auteurs te interviewen over hun nieuwste publicaties: vele bekende en minder bekende schrijvers, dichters, essayisten en wetenschappers passeerden om over hun werk van gedachten te wisselen. Inmiddels zijn duizenden klanten van Donner er getuige van geweest.
Maarten Asscher (1957) is de auteur van verhalenbundels, essays, columns, poëzie en non-fictie. Een huis in Engeland is zijn zeventiende boek en zijn tweede roman. Zijn eerste roman, Het uur en de dag (2005), was binnen één jaar al aan vijf herdrukken toe. Voordat hij zich fulltime aan het schrijven wijdde, was Maarten Asscher uitgever (Meulenhoff), directeur Kunsten bij het ministerie van ocw en onafhankelijk literair en academisch boekverkoper (Athenaeum Boekhandel). In 2015 promoveerde hij aan de Universiteit Leiden op een onderzoek naar gevangenschap als literaire ervaring (Het uur der waarheid). In 2019 ontving hij de vijfjaarlijkse J.H. Donnerprijs vanwege zijn bijzondere verdiensten voor het Nederlandse boekenvak.
Els van Diggele is historica en publiciste. Ze schreef een drieluik over Joden, christenen en moslims in Israël/Palestina: Een volk dat alleen woont, Heilige ruzies, We haten elkaar meer dan de Joden en De misleidingsindustrie.
Coen Verbraak (1965) is een van de meest spraakmakende interviewers van Nederland. Daarnaast is hij een gerenommeerd televisiemaker. Hij maakte documentaires over onder anderen Guus Hiddink, Jan Wolkers, Freek de Jonge, Sonja Barend, Van Kooten & De Bie, Emile Roemer en Martin Bril. Voor de serie Kijken in de ziel ontving hij de Zilveren Nipkowschijf.
Alicja Gescinska, de schrijver van het essay voor de Maand van de Filosofie 2020, wordt voor Donner geïnterviewd door Marcel Möring. Eerder maakte de schrijver en filosoof Gescinska een portret van Möring voor haar tv programma Wanderlust.
Haar essay verschijnt onder de titel Kinderen van Apate – Over leugens en waarachtigheid, aansluitend bij het thema van de Maand: Het uur van de waarheid.
Jente Posthuma, (1974, Enschede) debuteerde in 2016 met Mensen zonder uitstraling. De roman stond op de shortlist van de Dioraphte Literatour Prijs, de longlist van de ANV Debutantenprijs en werd genomineerd voor de Hebban Debuutprijs. Met haar man, fotograaf Bas Uterwijk, maakte ze het kleine fotoboek Probeer een beetje goed over me te denken (2016), over de zelfgekozen dood van Uterwijks vader. Posthuma studeerde Literatuurwetenschap. Ze begon als journalist, deed lange interviews voor o.a. De Groene Amsterdammer, nrc.next en De Volkskrant. Haar korte verhalen verschenen in onder meer De Revisor, Das Magazin, Hollands Maandblad en De Gids. Haar roman, Waar ik liever niet aan denk, verschijnt in mei 2020
Als je hard je best doet en denkt: dit ga ik voor de rest van mijn leven onthouden, dan onthoud je het. Alleen mensen houd je er niet mee vast. Die kunnen gewoon opstaan en het beeld uit lopen. Gelukkig heeft de hoofdpersoon een tweelingbroer, de enige van wie ze zeker is, waardoor ze dus nooit echt alleen zal zijn. Tenminste, dat denkt ze. Zij verzamelt truien. Hij heeft twee katten. Ze houden allebei van New York, en zouden er, wat er ook gebeurde, samen heen verhuizen op hun achtentwintigste. Maar opeens wil hij liever een tijdje zonder haar. Waar ik liever niet aan denk beschrijft op bedrieglijk nonchalante, maar uiterst indringende wijze wat er gebeurt als de persoon op wie je je hele bestaan hebt gebouwd er plotseling niet meer is. Jente Posthuma debuteerde in 2016 met Mensen zonder uitstraling, dat werd genomineerd voor de Dioraphte Literatour Prijs, de Hebban Debuutprijs en de ANV Debutantenprijs. ‘Een verademing. Om haar stijl. Om de fijnzinnige en droge humor. Om de enorme levenspijn die er in haar schijnbaar laconieke regels verscholen zit.’ – Trouw
Bibi Dumon Tak is een gelauwerde kinderboekenschrijfster. Ook schreef zij eerder drie boeken voor volwassenen, waarvan Rotjongens veel opzien baarde.
Als haar zusje sterft komt Anna niet aan rouwen toe. Er moet een huis worden leeggeruimd, een testament worden uitgevoerd en er moet contact met de kinderen worden gezocht. Vooral dat laatste, want sinds de dag van Lize’s uitvaart zijn haar kinderen onbereikbaar geworden. De mensen die Anna zouden kunnen helpen durven niet in te grijpen.
De dag dat ik mijn naam veranderde is een boek over macht en onmacht, over liefde en dood, rouw en wraak, geworteld in een waargebeurde familiegeschiedenis.
Sander Kollaard (1961) is geboren in Amstelveen en studeerde geschiedenis in Amsterdam. Sinds 2006 woont en werkt hij op het Zweedse platteland, in een voormalige pastorie, samen met zijn vrouw en drie kinderen. Hij debuteerde in Tirade en publiceerde verder in onder andere De Gids, DW B en Passionate Magazine. In 2012 debuteerde hij met de verhalenbundel Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde, die bekroond werd met de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 2014. In 2015 volgde zijn romandebuut, Stadium IV, dat in De Wereld Draait Door werd gekozen tot Boek van de Maand. In 2018 verscheen zijn verhalenbundel Levensberichten en het jaar daarop de roman Uit het leven van een hond.
Uit het leven van een hond beslaat een zaterdag uit het leven van Henk van Doorn, 56, IC-verpleegkundige, alleenstaand. Hij wordt wakker, ontbijt, laat de hond uit, doet boodschappen. Het wordt allesbehalve een doodgewone zaterdag als Henks hond ziek blijkt. Het dier zal sterven, niet vandaag of morgen, maar binnen afzienbare tijd. Dat gegeven gaat als een sleepnet over de bodem van de dag en haalt de gebruikelijke gedachten boven: dat de tijd maar één richting kent; dat we zo kwetsbaar zijn; dat we zo eenzaam zijn, hoeveel liefde we ook vinden. Henk heeft het grote talent om uit een acuut besef van sterfelijkheid een krachtig carpe diem te putten: leef het leven ten volle. En dat maakt Uit het leven van een hond tot het tegenovergestelde van een verdrietig boek. Aan het eind van de dag zien we Henk, in helderziende dronkenschap, met zijn hond op de bank. Wat was dit voor een dag? Een reinigende ervaring? Een catharsis? Nee, het was simpelweg een dag, tijd die voorbijging, het leven dat werd geleefd.