Omschrijving
Peter dook als zestienjarige in een ondiepe vijver. Hij brak zijn nek (C6-wervel) en raakte verlamd aan al zijn ledematen. Het leven van Peter zag er plots helemaal anders uit. Hij bleef echter niet bij de pakken zitten. Tijdens zijn revalidatie kwam hij in contact met rolstoelrugby. Die sport stond in België nog in de kinderschoenen. Hij zette met zijn team ons land op de wereldkaart. Peter groeide uit tot een internationale rugbytopper, tot het noodlot hem een tweede keer trof. In november 2013 brak hij zijn bovenbeen door met zijn voorwieltjes tussen twee kasseistenen te blijven steken. Gevolg: een zeer complexe operatie. Het leverde hem ook een verbod op rugby op wegens te gevaarlijk. Peter bleef opnieuw niet bij de pakken zitten en koos voor de ‘wheeler’. Daarin vond Peter zijn snelheid terug en waagde zijn kans in de atletieknummers: Belgisch, Europees, olympisch en wereldkampioen. Vooral zijn prestatie op de Paralympics in Tokio 2020 sprak tot de verbeelding. Na een sabotage van zijn ‘wheeler’ vlak voor de wedstrijd won hij toch de gouden medaille!
Peter Genyn (1976) wil met dit boek tonen dat paralympiërs ook moeten leven en werken als topsporters als ze aan de top willen staan. ‘Je geraakt er niet met zelfmedelijden: ocharme, die gehandicapte mag ook eens aan sport doen. Net als bij valide sporters is er in ons deelnemersveld geen medelijden. Wel integendeel. Wij willen allemaal die gouden medaille, die titel, dat wereldrecord... Een even harde strijd. Als paralympiër dragen we allemaal onze voorgeschiedenis en die nemen we mee in ons topsportleven. Dit maakt onze weg naar de top mijns inziens nog boeiender en uitdagender dan die van een valide topsporter.’