Hans Achterhuis concentreert zich daarbij op het fenomeen van de schaarste, door Thomas Hobbes gezien als ‘de natuurlijke toestand van de mens’. Vanuit die invalshoek komen thema’s aan de orde als wedijver, rechtvaardigheid en een eerlijke verdeling van natuurlijke hulpbronnen.De rondgang langs denkers uit de geschiedenis van de moderne sociale en politieke filosofie – van Thomas Hobbes tot Michel Foucault – laat zien hoe schaarste zich heeft ontwikkeld tot een kernprobleem van de moderne samenleving. Achterhuis werkt dit uit in beschouwingen over de gezondheidszorg en de globale problematiek van honger en ondervoeding.