Denemarken, eind jaren twintig. Ole Jastrau walgt van zijn burgerlijk bestaan als getrouwd man, zijn leven als literair recensent, de politieke correctheid die hem omgeeft en de betekenisloze conversaties die zijn dagen vullen. Wanneer twee jeugdvrienden op bezoek komen en hem verwijten dat hij zijn revolutionaire idealen heeft verkwanseld beseft Jastrau dat zijn leven elke betekenis verloren heeft. Hij zet het op een destructief drinken, regelrecht de vernieling in. Wat hem betreft tot de dood erop volgt.